Op stap met Jet en Jan, is een erfgoed project speciaal voor kinderen van groep 5 en 6. De kinderen maken kennis met het leven in 1910, toen zelfs hun opa en oma nog niet geboren waren. Met behulp van lesmateriaal en een speciale lestas, kan de leerkracht de lessen in de klas zelf vorm geven. Na deze voorbereiding op school brengt de hele klas een bezoek aan het Jan Visser museum.
Klik hier om in te schrijven. Heb je vragen? Neem contact op met Ilja
In dit project gaan de leerlingen in hun eigen woonplaats honderd jaar terug in de tijd. Samen met de tweeling Jet en Jan maken de kinderen kennis met het dagelijks leven in 1910. Daarbij komen de thema's kleding, wonen, werk, school, voeding, vervoer en spel aan bod. Het project is op maat gemaakt voor Helmond. Het voorleesverhaal speelt zich daar af en aan de hand van oude foto's kunnen de leerlingen vroeger en nu vergelijken.
Ze leren niet alleen veel over het dagelijks leven in 1910, maar reflecteren ook op het heden, op hun eigen dagelijks leven: hoe is dat anders of hetzelfde als bij Jet en Jan?
En dat allemaal vooral door te doen! Onder begeleiding van enthousiaste vrijwilligers in het Jan Visser museum gaan de leerlingen zelf aan de slag met voorwerpen uit de tijd van Jet en Jan. Denk aan: zelf zeep kloppen en de was doen, koffie malen, schrijven met een griffel op een leitje en oude spelletjes zoals bikkelen en hoepelen.
Jet en Jan, jong in 1910 is ontwikkeld door Erfgoed Brabant en op maat gemaakt voor het Jan Visser museum in Helmond.
Een deel van het lesmateriaal van de lestas voor Jet en Jan is gedigitaliseerd. Dit is te vinden via deze link. Lukt het niet om in te loggen? Vraag het aan de ICC'er of mail ilja@cultuur-contact.nl.
Let op: het project Jet en Jan bestaat uit twee onderdelen; namelijk de lessen op school en het bezoek aan het Jan Visser museum. Voor het bezoek aan het museum kunnen jullie je per klas inschrijven. Let erop dat dit betekent dat je in de twee weken voorafgaand aan deze datum de lessen op school behandelt!
Voor het museumbezoek zijn begeleidende ouders nodig om de activiteiten te begeleiden. Het ideale aantal is 6 volwassen begeleiders (1 leerkracht en 5 ouders). Zo kun je de klas verdelen in 6 groepen. Lukt dit niet dan kan de activiteit ook met minder begeleiders uitgevoerd worden, afhankelijk van de groepsgrootte. Een klas met 25 tot 30 leerlingen heeft 5 volwassen begeleiders nodig. Onder de 25 leerlingen kan het ook met 4 volwassen begeleiders.